Architectuur

Architectuurstad Rotterdam

Van toen tot nu tot toekomst

Rotterdam Centraal Station - foto Iris van den Broek

Architectuur

Het verhaal van Rotterdam – de historie, het bombardement en de wederopbouw – vertelt veel over de vruchtbare basis voor bloeiende architectuur. Want als alles weg is, waarom dan niet groots en meeslepend bouwen? Het lef dat werd en wordt getoond – in ontwerp en in het verstrekken van opdrachten aan architecten – zie je overal in Rotterdam terug.

Een binnenstad bomvol diverse bouwstijlen

De verwoesting van de Rotterdamse binnenstad in 1940 resulteerde in de lappendeken aan bouwstijlen die je er nu kunt ontdekken. Hier schitteren zowel iconen van het Nieuwe Bouwen (Huis SonneveldVan Nelle Fabriek) en typische wederopbouwarchitectuur (Het Industriegebouw, Rotterdamsche Bank) naast hypermoderne woontorens (De Rotterdam, Zalmhaventoren en The CoolTower). Juist die afwisseling vertelt het verhaal van de stad. De stad waar je, tijdens een wandeling door het stadscentrum, ook monumenten als het Stadhuis, de Laurenskerk en het Schielandshuis treft: de relieken van het vroegere Rotterdam. En ook Europa’s eerste wolkenkrabber – het 45 meter hoge Witte Huis uit 1898 – overleefde het bombardement. Pal naast de Laurenskerk ligt de Markthal, die weer een heel eigen verhaal vertelt en een nieuwe Rotterdamse tijd inluidt.

Toch was Rotterdam ook voor het bombardement al een vooruitstrevende stad als het op architectuur aankomt. Vooral op het gebied van woningbouw bevond de stad zich in de voorhoede van vernieuwing. Met onder andere de Bergpolderflat van Van Tijen (de eerste Nederlandse galerijflat), de Kubuswoningen van Piet Blom en het Justus van Effenblok door Michiel Brinkman, met voor het eerst allerlei gedeelde faciliteiten voor bewoners en een revolutionaire ‘bovenstraat’. Maar ook het voornoemde Nieuwe Bouwen deed al voor de oorlog zijn intrede in Rotterdam, onder invloed van school en stroming het Bauhaus. De beginselen ervan? De zoektocht naar eenvoud en functionaliteit. Stadsarchitect J.J.P. Oud (van o.a. De Unie) gaf vorm aan de band tussen het Bauhaus en Rotterdam. Zijn sociale-woningbouwprojecten in Spangen, de Kiefhoek, het Witte Dorp én Hoek van Holland trekken de aandacht van Duitse architecten en zijn lezing in 1923 is het begin van een intensief contact tussen de Duitse opleiding en het ‘Nieuwe Bouwen‘ in Rotterdam, zoals de stroming in de bouwkunst heet.

De Van Nelle Fabriek (1925), nu te bezoeken in combinatie met het Chabot Museum, geldt als het voornaamste industriële monument hiervan en staat sinds 2014 op de Unesco Werelderfgoedlijst. Veel architecten grepen later terug op de vooroorlogse vernieuwing in de Rotterdamse sociale woningbouw. Daar is een van de eerste projecten van architect Francine Houben (Mecanoo) een goed voorbeeld van. Al in 1989 ontwierp zij de Ringvaartplasbuurt-Oost als nieuw type tuinstad, waarin tuinen en gedeelde buitenruimte de hoofdrol speelden. Ze borduurt daarmee voort op de destijds vooruitstrevende tuindorpen die in Rotterdam verrezen, waarvan Tuindorp Vreewijk de bekenste is. Goede en groene leefomgevingen maken voor de Rotterdamse arbeiders, dat was het idee erachter. Je ziet dat nog steeds in de buurt terug en stapt in museumwoning Vreewijk even in het Rotterdamse verleden. Het groen dat Mecanoo in 1989 reserveerde, was toen zeldzaam. Maar het leverde dit project wél de allereerste duurzaamheidsprijs op.

Ruimtelijk Rotterdam

Door te breken met het verleden en tijdens de wederopbouw te kiezen voor een ruime opzet en moderne architectuur, kreeg Rotterdam zijn huidige, ruimtelijke look. Licht, lucht en ruimte werd het devies. Dat zie je bijvoorbeeld op de Lijnbaan, Nederlands eerste autovrije winkelpromenade. Maar ook in muziekgebouw (en Rijksmonument) De Doelen, Het Groothandelsgebouw, de Euromast en De Bijenkorf, die ook in deze tijd het licht zagen. Een tegenreactie hierop kon natuurlijk niet uitblijven. Die kwam in de jaren zeventig, door meer kleine woningen in de stad te bouwen volgens de ‘menselijke’ schaal. Daar zijn de eerder genoemde Kubuswoningen het resultaat van. In een volgende fase ging Rotterdam de lucht in: de hoogbouw brak door en vormde gestaag de nu zo kenmerkende skyline van de stad. Door de komst van de Erasmusbrug kwam er steeds meer activiteit – en nieuwbouw – op de Kop van Zuid, met Montevideo, de Maastoren en New Orleans. Langzamerhand werd Rotterdam Zuid een volwaardig onderdeel van de stad en de Erasmusbrug en monumentale Maastunnel must-sees én toegangspoorten tot nieuwe ontwikkelingen in de stad. Zoals op Katendrecht met Theater Walhalla, Fenix I, de Fenix Food Factory en veel cultureel programma. Of met alle ontwikkelingen in de Afrikaanderwijk en Hart van Zuid. Teveel om op te noemen!

We innoveren voort!

Nog steeds is drang tot innoveren alive and kicking in Rotterdam! In het Central District van de stad gebeurt bijvoorbeeld veel. Hier redde architectenbureau ZUS het Schieblock van de sloop, om het te transformeren tot een bruisend bedrijfsverzamelgebouw met een heuse DakAkker. Via de knalgele Luchtsingel – de brug die het stadscentrum met Noord verbindt – loop je naar het Luchtpark Hofbogen, park op het voormalig treinstation. Het hele tracé van De Hofbogen, transformeert tot een groen en weelderig stadspark op hoogte, van bijna twee kilometer! In diezelfde buurt wordt gewerkt aan de nieuwe invulling van ZOHO (het Zomerhofkwartier), waar bewoners, ondernemers en makers straks samen wonen, werken en leven.

Nog steeds klinken hier de heipalen volop en in het afgelopen decennium kreeg Rotterdam er een paar ‘nieuwe iconen’ bij, zoals Rotterdam Centraal Station, de Markthal, De Rotterdam, Het Timmerhuis en het Depot Boijmans Van Beuningen. Rotterdam is nooit af. Ook de bouwkranen zijn hier integraal onderdeel van de skyline. Van het Nieuwe Bouwen en wederopbouw naar hoogbouw, bevindt de stad zich nu ook in de fase van innovatieve en klimaatadaptieve architectuur. Want nu steden wereldwijd worstelen met de gevolgen van klimaatverandering, is stilzitten en niets doen geen optie. En laten de Rotterdammers daar nu sowieso niet heel goed in zijn… Initiëren, leren, anticiperen en innoveren lijkt de mensen hier in het bloed te zitten. Hoe zie je dat nu terug? Een plek waar de groene ontwikkeling van Rotterdam al volop zichtbaar is, is de Rijnhaven: dé proeftuin voor drijvend bouwen, met het spectaculaire Floating Office (door Powerhouse Company) als trekpleister voor architectuurliefhebbers. Het gebouw is geheel van hout, zelfvoorzienend, duurzaam én drijvend! Ondertussen verrijst om hen heen een drijvend stadspark, met grasvelden, bomen, planten en een heus stadsstrand. Een hete zomerdag? Hier duik je zo het Maaswater in! Ook drijvende woningen (Havenlofts) en een drijvende boerderij (Floating Farm) werden in Rotterdam al gerealiseerd. Water is hier geen belemmering, maar wordt benut doordat Rotterdammers het simpelweg beschouwen als een ander soort ondergrond om op te bouwen.

Klimaatadaptief ontwerpen

Ook op andere plekken in de stad wordt hard gewerkt aan klimaatadaptieve maatregelen, door de buitenruimte aan te pakken. Met bijvoorbeeld waterpleinen, wadi’s, groene daken en minder steen is de stad beter bestand tegen hitte, droogte en heftige regenval. Door consequent en royaal te investeren in innovatie, behoort Rotterdam tot de frontrunners op het gebied van klimaatadaptatie. Ook het voornoemde Hofbogenpark wordt klimaatadaptief ontworpen door DE URBANISTEN, DS landschapsarchitecten en de Dakdokters. Het is straks maximaal verkoelend, biedt beschutting en neemt CO2 en water op. Dit park is een van de zeven stadsprojecten waarmee Rotterdam inzet op een groenere, duurzame woonomgeving.

Hoewel deze duurzame doelstelling in strijd lijkt met het streven om voor 2040 maar liefst 50.000 woningen te bouwen, maken Rotterdamse architecten van een nood graag een deugd. Bureaus als MVRDV, Powerhouse, Superuse Studios, LOLA landscape en Mei architects and planners gaan met veel ambitie aan de slag. Niet ‘slechts’ duurzaam, maar regeneratief bouwen is het doel: niet alleen de schade van de bouw beperken, maar op alle vlakken waarde toevoegen. SAWA illustreert deze ontwerphouding. SAWA verrijst aan de Rotterdamse Lloydpier en is duurzaam, want opgetrokken uit hout, waardoor het CO2 opslaat in plaats van uitstoot. Het is circulair en zelfs remontabel; de materialen zijn opnieuw te gebruiken. Bovendien is er met een ecoloog een goed doordacht groenconcept ontwikkeld, met privé buitenruimtes en een gezamenlijke moestuin. Naast bouwen uit noodzaak of in navolging van een heersende stijl, bouwt Rotterdam nu dus vastbesloten aan een fijne, groene en gezonde woonstad. Vergroenen en verduurzamen maakt het leefklimaat nu eenmaal aangenamer.

Architectuur van de toekomst

De architectonische diversiteit nodigt steeds weer nieuwe architecten en ontwerpers uit om een duit in het zakje te doen. De positieve spiraal van stimulans en inspiratie zet logischerwijs door naar de toekomst. Daarvan zijn de eerste tekenen al zichtbaar. In het verlengde van de duurzaamheidsgedachte worden er een aantal historische gebouwen getransformeerd. Ze krijgen een nieuwe bestemming, en daarmee deels een nieuwe uitstraling, door een op- of aanbouw en verbeelden heel mooi de versmelting van Rotterdamse historie en innovatie. Dit geldt voor Museum Boijmans Van Beuningen, het oude Postkantoor aan de Coolsingel en ook voor de Fenixloodsen II. Hier wordt FENIX gerealiseerd, een plek waar kunst, historie en verhalen samenkomen op de plek waar vroeger de landverhuizers arriveerden en vertrokken. Na een intensieve renovatie krijgt de vooroorlogse loods een spectaculaire opbouw en tevens viewpoint, die op zichzelf al aanleiding is voor een bezoek.

BlueCity en M4H: broedplaatsen voor vernieuwing

Met de onverschrokkenheid en experimenteerdrift waarmee Rotterdam zijn binnenstad bouwde, vliegt de stad nu de klimaatuitdaging aan. Architecten, ontwerpers en wetenschappers worden gestimuleerd samen aan innovatieve ideeën te werken. Zo werd voormalig tropisch zwemparadijs Tropicana omgetoverd tot BlueCity, een voorbeeldstad voor de circulaire (blauwe) economie. Het biedt werkplaatsen en laboratoria aan start ups als Waterweg, dat waterdoorlatende tegels ontwikkelt, en BlueBlocks, dat biobased constructiematerialen produceert. Ook op de oude haventerreinen M4H en RDM, die samen het nieuwe makers district van Rotterdam vormen, wordt volop gewerkt aan innovaties op het snijvlak van kunst, design en technologie.

Dat creatieven hier steeds weer de ruimte krijgen én nemen om te innoveren, bewijst ook kunstenaar Joep van Lieshout. In samenwerking met architect en ontwikkelaar Nanne de Ru (Powerhouse & RED Company) bouwt hij in M4H aan BRUTUS. Dit cultuurcentrum van minimaal 7000 m2 groot huisvest onder andere tentoonstellingsruimtes, een labyrint, plek voor workshops en educatie, ateliers, woon-werkplekken voor kunstenaars en beeldentuin in de buitenruimte. Deze ‘artist driven playground’ stelt makers centraal én garandeert ze – ongeacht gentrificatie – een plek. Ook dát is een duurzame gedachte, want het draagt bij aan het behoud van de Rotterdamse creatieve en innovatieve mentaliteit.

Ga je zelf de stad in met de brochure Ontdek Rotterdam of sluit je je aan bij een architectuurtour van bijvoorbeeld UrbanGuides? Sla hoe dan ook deze (veelal architectonische) 10 must-sees niet over!

Markt-Binnenrotte_IrisvandenBroek Markt-Binnenrotte_IrisvandenBroek
The market hall with the weekly market on Binnenrotte, which you can visit on Tuesdays and Saturdays.

Share